Selecteer een pagina

HET MAKEN VAN JE EIGEN DOODSKLEED

Direct naar de workshop

Ooit nagedacht over wat je zult dragen als je dood bent? Vroeger was het in ons land gebruik om je doodshemd zelf te maken en te bewaren in je linnenkast, voor je weet maar nooit. Hoewel deze traditie is vergaan, herrijst het doodskleed in onze 21e eeuw als duurzamer alternatief voor de kist. Samen met kunstcentrum Mediamatic blaast Susanne Duijvestein het zelf vervaardigen van je doodskleed een nieuw leven in. Verdiep je hier in de geschiedenis en de hedendaagse betekenis van de handgemaakte memento mori, en lees over de workshops.

De historie van het doodskleed

De linnenkast was eeuwenlang een statussymbool in ons land. Jonge vrouwen waren vaak jarenlang bezig met het prepareren van al hun linnengoed: hun uitzet voor als ze zouden trouwen. Deze schone nijverheid werd cultureel geprezen. Onderdeel van de linnenkast was vaak ook het doodskleed ofwel doodshemd. Dit kledingstuk maakte de jonge vrouw met de hand voor zichzelf en voor haar aanstaande.

De doodskleden hadden een eenvoudig ontwerp, vaak een recht lang hemd met driekwart mouwen. De stof was vrijwel altijd linnen, daar Nederland ooit de grootste vlasproducent ter wereld was. Het doodskleed werd voorzien van geborduurde initialen en het trouwjaar. Eenmaal af werd de naald vanuit bijgeloof ritueel verbrand. Jezelf geprikt hebben met de naald beloofde ook niet veel goeds.

Twee keer gedragen
De doodskleden werden twee keer gedragen: de eerste keer tijdens de huwelijksnacht en vervolgens werden de hopelijk met liefde gevulde kleden achterin de kast gelegd, dat ze maar lang niet nodig zouden zijn voor de tweede keer: in de kist.

De traditie heeft lang bestaan, maar is verloren gegaan na de Tweede Wereldoorlog. Alles wat met dood en verderf te maken had, werd na deze verschrikkelijke jaren op allerlei manieren weggeduwd uit het dagelijks leven. Zo ook de memento mori van het doodskleed. Soms kun je zo’n oud linnen doodskleed nog wel eens tegenkomen bij een antiekzaak of kringloopwinkel.

Ook hebben veel regionale musea doodskleden in hun collectie, zoals hieronder te zien.

De hedendaagse betekenis

Hoewel de traditie van het zelf maken van het doodskleed dus verloren is gegaan, lijkt doodstextiel te herrijzen in onze huidige eeuw. Dit heeft te maken met een groeiend besef van de milieu-impact van uitvaarten, en het specifieke aandeel hierin van de doodskist. Wettelijk is het niet verplicht om een lichaam in een kist te leggen, en toch wordt menig boom gekapt om vervolgens na belastend transport te worden begraven of verbrand. Best zonde. Een stoffen omhulsel is een veel duurzamer alternatief, mits er uiteraard verantwoord geproduceerde natuurtextiel wordt gebruikt, zoals hennep, linnen, wol en biokatoen. De afbeelding links en rechts tonen biologische wades van Wikkelgoed.

Nog duurzamer is het om oud textiel te gebruiken voor een doodskleed. Als begrafenisondernemer sta ik vaak samen met de familie mooie lakens uit de kast te kiezen om deze over hun dierbare heen te leggen. Zo brengen we geen nieuwe spullen de wereld in en upcyclen we oud textiel tot een betekenisvolle nieuwe bestemming.

De toekomst: helemaal geen kist?

Er gaan stemmen op om alternatieve vormen van lijkbezorging te introduceren in Nederland. Er zijn namelijk milieuvriendelijkere methoden dan begraven en cremeren. Twee methoden die in de toekomst mogelijk worden gelegaliseerd, zijn aquamatie (het scheikundig oplossen van een lichaam) en humusatie (het composteren van een lichaam. En bij beide methoden is een kist overbodig of zelfs niet toegestaan.

Met de komst van deze alternatieven bestaat er dus een kans dat een doodskleed het enig mogelijke omhulsel wordt.

DOODSKLEED WORKSHOPS

Lees meer over de workshop